Hof van ijs en sterren heeft een speciaal plekje in mijn hart
Hof van ijs en sterren heeft een speciaal plekje in mijn hart
Hi guys,
Wow – ik kan niet geloven dat Hof van ijs en sterren eindelijk uit is!
Hof van ijs en sterren heeft een speciaal plekje in mijn hart, om zoveel redenen. Ik begon met het schrijven van dit boek terwijl ik nog bezig was met Hof van vleugels en verwoesting. De blik in de toekomst die het schrijven van Hof van ijs en sterren mij bood hielp me ervoor te zorgen dat het einde van Hof van vleugels en verwoesting precies zo werd als ik wilde. En stiekem wilde ik gewoon meer tijd met mijn personages doorbrengen (en ze lol zien maken en dat dan niet, zeg maar, middenin een verschrikkelijke oorlog).
Ik schreef de eerste paar hoofdstukken en vond het zo geweldig om te doen, dat ik me realiseerde dat ik nog lang niet klaar was om afscheid te nemen van deze personages en hun wereld – en er waren nog zoveel verhalen die ik moest vertellen. (Ik begon in deze periode ook een van de spin-off boeken te schrijven. Daaraan merkte ik ook dat ik de wereld verder wilde verkennen, maar daarover later meer!)
Tijdens de maanden waarin ik werkte aan Hof van vleugels en verwoesting, schreef ik zo nu en dan even tussendoor een scene of een hoofdstuk voor Hof van ijs en sterren. Toen het afgelopen zomer eindelijk tijd was om officieel verder te schrijven was ik dan ook superenthousiast. Ik was halverwege de eerste versie toen ik een telefoontje kreeg: mijn vader had een zware hartaanval gehad tijdens het golfen en er was een hele grote kans dat hij het niet zou overleven.
Ik herinner me alles nog, vanaf het moment dat mijn moeder belde tot aan de uren daarna: hoe we naar Vermont zijn geracet, waar mijn ouders op dat moment hun 4th of July-weekend vierden. Maar wat ik me er achteraf het meest herinner is de scene die ik die dag eigenlijk zou gaan schrijven.
Het was de eerste scene met Nesta in Hof van ijs en sterren (waarin Feyre haar opspoort in Velaris). Ik heb dagenlang nagedacht over hoe ik het beste in haar hoofd kon kruipen. Hoe kon ik het beste laten zien hoe ze de nasleep van het laatste gevecht van Hof van vleugels en verwoesting (en dus ook de dood van haar vader) probeerde te verwerken? Ik weet nog precies dat ik een soort rare out-of-body-gedachte had toen ik de telefoon neerlegde… het was alsof er een magische toegangspoort naar Nesta’s gedachten en gevoelens was geopend. En ik wilde er niks mee te maken hebben. Ik wilde niet weten, niet écht, hoe het was om hetzelfde te moeten doorstaan als zij. De nasleep ervan. Het voelde alsof ik plotseling het leven zag door een donkere tunnel – en de ironie dat ik deze scene zou gaan schrijven, waar de dood van haar vader haar zo verschrikkelijk kwelt, op de dag dat mijn vader letterlijk aan het vechten was voor zijn leven (op de dag dat mijn vader technisch gezien twintig minuten dood was) was bijna te verschrikkelijk voor woorden.
Gelukkig heeft mijn vader het overleefd. En hij is hersteld, in tegenstelling tot wat iedereen verwachtte.
Toch moet ik eerlijk zijn: ik ben totaal de kluts kwijt door alles wat er de afgelopen tijd is gebeurd. (En met de kluts kwijt bedoel ik: ik ben totaal effed up.) Sommige dagen leefde ik in een waas, op andere voelde ik me helemaal leeg. Ik had geen idee hoe én wanneer ik hier uit moest komen.
Toen mijn vader thuis aan het herstellen was, zijn mijn man en ik een paar weken naar Maine gegaan. Die vakantie stond al maanden gepland en de timing kon haast niet beter. Ik moest echt even weg uit mijn vertrouwde omgeving, naar buiten, in de zon en de zoute lucht om zo weer wat evenwicht terug te vinden.
Maar ondertussen moest ook Hof van ijs en sterren op tijd af, dus ik moest het boek afmaken terwijl ik daar was. Ik moest beginnen waar ik was gebleven, bij die confrontatie tussen Nesta en Feyre, en opnieuw een connectie proberen te krijgen met niet alleen het verhaal, maar ook met mijn creativiteit, die de laatste tijd stil en afwezig was geweest.
Het was moeilijk. En ook vreemd om terug te vallen in mijn schrijfpatroon nadat er zoveel was gebeurd. Sommige dagen voelde ik me nog steeds een beetje emotieloos en elk geschreven woord deed pijn. Toch zette ik door. Ik had geen andere keus. Ik moest blijven sleutelen aan dit verhaal. Blijven sleutelen aan het deel van mezelf dat stil was geworden na dat telefoontje van mijn moeder.
Maar het werd makkelijker. De woorden begonnen weer te stromen. En vreemd genoeg, wat ik mee had gemaakt eerder die zomer ontwikkelde zich in een dieper begrip – niet alleen voor Nesta, maar voor alle personages. Het leidde tot een van mijn favoriete scenes uit Hof van ijs en sterren: wanneer Feyre in Velaris de weefster ontmoet. Ik huilde en huilde tijdens het schrijven van die scene. Ik huil nog steeds elke keer dat ik het lees.
Ik leverde de eerste versie van Hof van ijs en sterren precies op tijd in en gebruikte de rest van mijn tijd in Maine om… mezelf te heroriënteren. Uit te rusten. Te genieten van elke zonnige strandwandeling, elk lui uur aan boord uitkijkend over de oceaan, elke lobster roll met wijn op de pier.
Ik kwam thuis, verfrist en in evenwicht, ging een paar dagen later op tour voor Toren van de dageraad – en kwam erachter dat ik zwanger was de avond voor de laatste stop in Amerika. Om in één zomer van een vreselijk dieptepunt naar een fantastisch hoogtepunt te gaan was… ik heb er eigenlijk geen woorden voor. Hoe het voelde om mijn ouders, mijn vader, het goede nieuws te vertellen en om het met hen te vieren…
In eerste instantie schreef ik Hof van ijs en sterren voor de lol en mijn liefde voor deze personages, maakte het af in de nasleep van wat eigenlijk een emotionele aardverschuiving was, en herschreef het in een herfst en winter gevuld met complete vreugde en dankbaarheid (en maanden waarin ik voortdurend last had van ochtendmisselijkheid). Dus deze novella/novellete/wat-je-het-dan-ook-wil-noemen zal altijd een heel speciaal plekje in mijn hart houden.
Als ik naar die prachtige omslag kijk (met Charlie Bowater’s adembenemende rand!), zie ik niet alleen een verhaal over personages van wie ik houd, maar ook een verhaal dat me door de grootste lows en highs van mijn leven hielp.
Ik zie al de mensen die me door deze tijd sleepten – mijn fantastische man, mijn liefhebbende en sterke familie, het ongeëvenaarde team van de University of Vermont ICU, en jij – iedereen van jullie, die zo ongelofelijk aardig en attent en begripvol waren én zijn. Er is letterlijk geen enkele andere groep mensen aan wie dit boek opgedragen kan worden.
Dankjewel voor alles.
De originele versie van deze brief stond in Sarah’s nieuwsbrief uit mei 2018 en is met toestemming van de auteur geplaatst op deze website. Wil jij de nieuwsbrief ook ontvangen? Ga dan naar www.sarahjmaas.com
Meer in deze rubriek
‘Zij en ik is een liefdesbrief aan mijn tiener-zelf’ |
Column: Optelsom |
#vraaghetdecorrector |
Blijf lezen, halfgoden! |
Pages
Meer in deze rubriek
5 vragen aan Esther Walraven |
5 vragen aan Buddy Tegenbosch |
5 vragen aan Miriam Bruijstens |
Kijktip: Mijke Pelgrim vertelt over haar nieuwe boek |
5 vragen aan Henk Hardeman |
De uitdager van Taran Matharu |
Q&A met Nina de Pass |
Would you rather? met Helena Fox |
Interview met Helena Fox over Steeds verder weg |
Ook zo'n fan van H@ck? |
Interview met Nic Stone |
LONGREAD: een interview met Suzanne Collins |
‘Zij en ik is een liefdesbrief aan mijn tiener-zelf’ |
Column: Optelsom |
#vraaghetdecorrector |
Blijf lezen, halfgoden! |
Op zoek naar de boektrailer... |
Zo kwam ik op het idee voor De eliminatie |
Column: Mink, magie en Huize Sandra |
Piper Perish en ik |
Terug naar de dinosauriërs |
Historie, cultuur en Pokémon |